Boodschap van de 10-jarige Tamara
“Wij zijn gewortelde kinderen. Wij zijn al langer dan 7 jaar in Nederland. We hebben nog nooit een eigen huis gehad maar moeten van het ene AZC naar het andere verhuizen en van de ene GOL naar de andere. Soms een paar keer per jaar. We moeten telkens naar een andere school en steeds moeten we weer afscheid nemen van onze vriendjes en vriendinnetjes - soms vertrekken zij, soms vertrekken wij.
Veel van onze vriendjes en vriendinnetjes zijn met hun vader en moeder midden in de nacht door de politie meegenomen. Er zijn dan een heleboel politieagenten, ze doen heel boos en ze doen de mensen echt pijn. Soms worden ze teruggestuurd naar hun land waar ze zoveel hebben meegemaakt. Maar het gebeurt ook vaak dat de mensen van te voren vluchten en zich verstoppen in de bossen in Nederland. Wij weten niet hoe het met onze vriendjes en vriendinnetjes is en we maken ons zorgen over ze.
Onze ouders zijn doodsbang dat wij ook teruggestuurd worden naar Armenië terwijl we daar niet welkom zijn. Wij zijn dus ook gevlucht en leven nu op straat. We kunnen vaak niet slapen door de angst en onzekerheid, moeder huilt vaak en weet niet meer hoe ze voor ons moet zorgen. Als we honger hebben durven we dit niet te zeggen. Voor de baby is er vaak geen melk en de luiers zijn op. Onze kleren en ons speelgoed zijn we allemaal kwijt - we konden maar een beetje meenemen en door de stress zijn we nog de helft vergeten. Soms weten we niet waar we de volgende nacht slapen, we zijn altijd bang dat we weer buiten moeten slapen.
Wij zijn gewortelde kinderen en we weten heel goed hoe een normaal kind leeft en wat een normaal kind allemaal heeft. We voelen ons vaak in de steek gelaten, niemand trekt zich iets van ons aan. We schamen ons vaak voor onszelf omdat we vaak niet kunnen douchen en geen schone kleren hebben.
Wij zijn hier, wij zijn gewortelde kinderen!
Wij krijgen nog steeds geen kinderpardon!!”
En er is niemand die sorry tegen ze zegt.